Op dat moment zag ik, in de verte de Hertogen Petrus en Godfried. De een met een marmeren strijdbijl de ander met een Hallstattzwaard. Het werd doodstil, geen beweging, niets. De mannen waren gestuurd door Raedt Guustaaf Franciscus Marcelius.
Petrus en Godfried, ze stopte nabij de Arduin. Ineens met alle kracht met een oorverdovende knal werd De Blauwe Kei plots in stukken geslagen. Deze harde Blauwe Kei brokkelde in duizend stukken en vloog alle kanten op, op een groot stuk na.
Een stuk wat leek op een grote klomp, geen landgrens maar een symbool werd deze klomp, een symbool van eensgezind zijn, een symbool van vreugde en vertier. Er was geen grens meer, het werd een gebied, Het Kaauwe grondgebied. Op deze Kaauwe grond wordt er tot op heden jaarlijks door de bewoners, de Kaauw Voetjes feest gevierd.
Grenzen worden letterlijk verlegd, rond deze feestvreugde wordt er vriendschappelijk gestreden om het bezit van de Blauwe Kei, die volgens de orde van Raedt Guustaaf Franciscus Marcelius altijd weer op de zaterdag van het elfenfeest zal worden ingediend. Hiervoor zullen de krijgers beloond worden tijdens dit feest.